Op het boekhoudkantoor waarop ik werk, zitten we met een groot probleem. We hebben dringend een extra man nodig voor al het werk dat er is. Er werd daarom reeds bijna anderhalve maand terug een vacature uitgeschreven, maar tot op de dag van vandaag is ze nog steeds niet ingevuld geraakt. Er komt bijna geen reactie op en de weinige respons die er wel is, voldoet niet aan de eisen van de bazen. Tegelijkertijd vernemen we dat boekhouder niet langer wordt aanzien als knelpuntberoep. Die kwalificatie zorgde ervoor dat studenten via premies, één tijdens het eerste jaar opleiding en één op het einde van de studie, werden aangespoord om de richting Accountancy-Fiscaliteit te kiezen. Op deze manier hoopte de overheid een einde te kunnen maken aan de grote vraag naar boekhouders vanuit het bedrijfsleven. Drie jaar na de invoering is het systeem met stille trom verdwenen van het toneel.
Het feit dat onze vacature niet ingevuld geraakt, werpt de vraag op waarom. Waarom is het zo moeilijk om een geschikte kandidaat te vinden? Maar vooral, waarom komt er zo weinig reactie op de vacature? We waren hierover laatst aan het discussiëren en kwamen tot twee conclusies. Aan de ene kant is de vraag naar boekhouders nog steeds groter dan het aanbod. We hadden in juli onze stagiair aangeworven en die vertelde ons dat iedereen van zijn klas al werk gevonden heeft. Velen konden net als hem blijven op het stageplaats, de anderen vonden redelijk snel werk of hadden al zelfs als een contract op zak bij het afstuderen. Het verwonderde ons daarom des te meer dat boekhouders van de lijst van knelpuntberoepen werd gehaald. Er blijft wel degelijk een grote vraag ernaar. Een tweede conclusie die we trokken is dat ons beroep een imagoprobleem heeft. Iedereen legt bij de benaming boekhouder bewust of onbewust de connotatie met de eigenschap saai. Boekhouders zijn saaie mensen met saai werk. Ik heb die link nooit echt begrepen en zeker nu niet nu ik met beide voeten in die wereld sta. Boekhouder zijn is helemaal geen saai werk. Allez, zeker toch niet op een boekhoudkantoor. Ik heb nooit een boekhouding gedaan op een bedrijf en daar kan ik dus minder over meespreken. Maar als ik kijk naar mijn eigen situatie, dan zie ik een job met veel variatie, doorgroeimogelijkheden, een interessante job, een job waar je ten dienste van mensen kan werken en waar je in contact komt met een brede waaier van het zelfstandige leven.
Ik geef wel toe dat de fiscale wetgeving op zich misschien een beetje een droge materie is. Echter op het eerste zicht en ook tijdens de opleiding. Maar in het echte leven is de fiscale materie een heel levendige materie. De wetgeving verandert voortdurend. Dat maakt dat je als boekhouder regelmatig moet bijbenen op vlak van studie, maar aan de andere kant leer je ook flexibel omgaan met de wetgeving. Je probeert te werken binnen de grenzen van een vooropgesteld kader en probeert in het voordeel van de klant die grenzen te verkennen. Daarbij gaan we nooit op zoek naar fraude of ontduiking. Maar de fiscale wetgeving kent een aantal poortjes en maatregelen waardoor je de belastingdruk van een bedrijf, zelfstandige of loontrekkende naar beneden kan halen. En het komt erop neer om vanuit telkens weer een andere situatie dat zo optimaal mogelijk te doen.
En als ik dat dan vergelijk met wat een advocaat moet doen, dan stel ik me soms de vraag waarom het beroep van advocaat en de rechtenstudie wel populair is, terwijl die van accountant niet. Want beiden vertrekken toch ook vanuit dezelfde basis, namelijk de wetgeving. En beiden proberen binnen dat kader van de wetgeving het meest optimale te bereiken voor hun klant. En beiden komen ook in contact met heel wat mensen uit allerlei standen van de samenleving. Alleen kleeft er aan het beroep van advocaat geen etiket van saai. Zij hebben naar de buitenwereld toe een hip imago. Ik denk dat dit vooral is omdat hun beroep zo geromantiseerd wordt in onze wereld. Er worden boeken geschreven over advocaten, er worden advocatenseries gemaakt, advocatenfilms en de gerechtelijke pagina’s van de krant worden gretig gelezen. Alleen belichten deze alleen maar een beperkt segment van het beroep en van een beperkt aantal advocaten. Ik denk niet dat alle advocaten hun dagen kunnen vullen met interessante zaken. En ik zie een advocaat nog niet gauw een criminele bende oprollen zoals dit mooi wordt voorgesteld in een serie zoals Recht op Recht. Maar door al die films, boeken, series lijkt het wel alsof het beroep van advocaat een uitdagende, spannende en interessante bezigheid is.
De vraag is nu wat we kunnen doen om het saaie imago van de boekhouders te doorbreken en meer studenten doen kiezen voor de boekhoudkundige en fiscale richtingen. Het is duidelijk dat de premies voor knelpuntberoep niet echt hebben geholpen, anders bleef de vraag naar boekhouders niet zo groot. En eerlijk gezegd verbaast het mij niet dat het systeem niet echt heeft geholpen. Zolang we als saai worden afgeschilderd, zullen de studenten niet geënthousiasmeerd worden om voor onze richting te kiezen. Daar doet een premie van 2 keer 250 euro weinig aan. Uiteindelijk kies je als student wat je voor de rest van je leven gaat doen. En iedereen wil natuurlijk een interessante en uitdagende job hebben die je heel je leven lang met plezier kan doen. Wanneer je dan met het beeld zit dat boekhouder zijn maar een saai beroep is, dan werkt dit natuurlijk niet zo bevorderlijk voor de richting en ons beroep. Uiteindelijk is de premie van knelpuntberoep, denk ik, vooral een leuke bonus geworden voor studenten die wel bewust voor de richting Accountancy-Fiscaliteit hebben gekozen. Misschien dat het een paar twijfelgevallen over de streep zal hebben getrokken, maar ik denk niet dat er een grotere toeloop is gekomen op de richting. Dus in feite is het misschien nog niet zo slecht dat men het systeem heeft afgeschaft.
Maar dat betekent niet dat boekhouder geen knelpuntberoep meer is. Ik denk dat men blijvende inspanningen moet doen en dit op twee terreinen. Een eerste inspanning die men zal moeten doen, is op vlak van de opleiding. Ik ben van mening dat de opleiding meer praktijkgerichter moet worden. Nu is het nog teveel theorie tijdens je opleiding, die je pas na de opleiding tijdens je eerste werkervaring weet om te zetten in de praktijk. Nu in een moment van schaarste nemen de meeste boekhoudkantoren natuurlijk mensen aan met weinig ervaring, omdat ze vaak niet anders kunnen. Maar stel dat de schaarste binnen twee, drie jaar is opgelost, zal je de slinger terug zien ombuigen naar het feit dat men meer mensen zoekt met werkervaring. Daarom denk ik dat de opleiding meer stagegericht moet worden. Nu wordt er pas een stage georganiseerd in het laatste jaar van de opleiding. Alleen werkt die stage op dat moment in feite demotiverend voor je als student. Omdat je drie jaar lang hebt gestudeerd voor een beroep en bij je stage merk je dat je toch terug op de onderste trede van de ladder staat. Het zou beter zijn om de stage te laten beginnen vanaf het tweede semester van het eerste jaar. Je kan dan de theorie veel meer toetsen in de praktijk. Maar aan de andere kant krijg je ook de kans om tijdens je stage mee te groeien en doe je veel meer werkervaring op. Dit alles vereist natuurlijk ook een inspanning vanuit het bedrijfsleven zelf. Zij moeten bereid zijn om een student gedurende drie jaar mee op te leiden. Maar ik denk dat dit systeem de opleiding veel interessanter zal maken en tegelijkertijd geef je de studenten ook de kans om meer te proeven van het echte boekhoudersleven en laat je ze zo merken dat het helemaal niet saai hoeft te zijn.
Daarnaast moet er ook een inspanning komen van een tweede terrein, namelijk de accountancywereld zelf. We zitten met twee grote beroepsverenigingen, IAB en BIBF, die te weinig doen om het beroep naar de buitenwereld interessant te maken. Er is een grote vraag naar boekhouders, zowel vanuit het gewone bedrijfsleven als vanuit de boekhoud- en accountancykantoren zelf. Alleen spelen zij te weinig in op die vraag en doen te weinig om ons imago naar de buitenwereld toe bij te stellen. Ze zouden bijvoorbeeld promospots kunnen laten maken voor ons beroep. Ik zeg niet dat deze meteen het grote verschil gaan maken, maar het kan alvast geen kwaad om het saaie beeld bij te stellen. Ik denk dat zij kunnen focussen op de grote variatie die er binnen de accountancywereld bestaat, de grote werkzekerheid, de doorgroeimogelijkheden, …. Daarnaast kunnen zij ook bijvoorbeeld een premie uitreiken aan personen in de entertainmentwereld die het stereotiepe beeld van de saaie boekhouder weten te doorbreken. Voor mij moet ons beroep ook niet geromantiseerd worden zoals zovele beroepen, maar ik vind dat het beeld dat buitenstaanders hebben wel wat meer aan de realiteit mag beantwoorden. We zijn geen saaie mensen die een saai beroep doen. Alleen is het natuurlijk moeilijk om de mensen van dat stereotiepe beeld af te helpen.
Ik denk dat het dus duidelijk is dat er nog veel werk aan de winkel is om het beroep van boekhouder echt van de lijst van knelpuntberoepen af te halen. En er is nog verschrikkelijk veel werk om ons zogezegd saai imago bij te stellen. Ik weet enkel dat ik enorm veel plezier beleef aan mijn werk, er een grote voldoening uithaal en dat het echt plezant werken is op een boekhoudkantoor.
Labels: accountancy, werk