Nog één maand te gaan - wat is de tussenstand?
Eindelijk zijn we de laatste maand van de verkiezingsstrijd ingegaan. Het werd in feite wel wat tijd, want de campagne duurt nu toch bijna anderhalf jaar en sinds januari worden we echt met campagnenieuws overstelpt dat ik nu toch ook iets heb van dat er nu eindelijk een beslissing mag komen en dat we mogen weten wie Bush opvolgt. Wordt het de eerste zwarte president of wordt het terug een Republikeinse havik? Zo’n goede 100 dagen voor de eindstreep maakte ik reeds een balans op en daar kwam Obama goed uit. Hij lag voor in de nationale peilingen en hij had een grote voorsprong bij de kiesmannen. Maar mijn bericht stond nog niet goed op mijn blog of de situatie keerde helemaal en 10 dagen later stond ineens John McCain voor in de peilingen en was hij zelfs virtueel president. Sindsdien is er heel wat gebeurd en de situatie vandaag weer helemaal anders.
Er waren eerst de nationale conventies. Die zorgden ervoor dat Obama terug de bovenhand kreeg, maar een echte kloof kon hij helemaal niet slaan. Een week later was het immers aan de Republikeinen om hun conventie te houden en die hadden twee meevallers. Er was het orkanenseizoen die ervoor zorgde dat Bush niet lijfelijk aanwezig kon zijn op de conventie en zo nog meer op de achtergrond kon geduwd worden. Maar de grote meevaller was toch de aanduiding van Sarah Palin als Republikeinse vice-president-kandidate. Vele Amerikanen waren in de wolken met de frisse verschijning en ze bracht zowaar energie in de McCain-campagne. Lokte eerdere verkiezingsbijeenkomsten vaak amper een paar duizend man, ineens kwamen een paar tienduizend mensen naar John en Sarah luisteren. En de campagne bouwde zo een stevig momentum op en zag die in de peilingen electoraal verzilverd worden. Niet alleen in de nationale polls ging McCain voorop, belangrijker was dat er meer staten en swing states kozen voor McCain. Kijken we bijvoorbeeld naar de stand van het aantal kiesmannen waarvan de kandidaten redelijk zeker konden zijn, dan leidde Obama nog net na de Democratische Conventie met 228 kiesmannen tegenover 185 voor McCain. Twee weken later zag de situatie er heel anders uit en was Obama maar zeker meer van 207 kiesmannen, terwijl McCain zeker was van 227 kiesmannen. McCain had dus duidelijk een inhaalbeweging ingezet.
Maar midden september sloeg de financiële crisis hard toe in Amerika en zorgde niet alleen op de financiële markten voor een aardverschuiving. Ook in de peilingen gebeurde een onwaarschijnlijke aardverschuiving. McCain verloor zijn momentum. Hij onderkende in het begin de financiële crisis, Sarah Palin stapelde de blunders op, hij onderbrak zijn campagne om stoorzender te gaan spelen in Washington en mensen wezen massaal de Republikeinen aan als schuldige van de crisis. Resultaat in de peilingen: massa’s staten veranderde het geweer van schouder en kiezen nu massaal voor Obama. In de nationale peilingen ligt Obama nu stevig aan de leiding. Alle peilingen geven hem een voorsprong van meestal rond de 5 procent, met een uitschieters van 9 procentpunten bij CBS en 7 procentpunten bij de dagelijkse Gallup Tracking.
Maar de nationale peilingen zijn eigenlijk niet van tel, omdat de president gekozen wordt via het aantal kiesmannen dat hij behaalt. Je hebt 270 kiesmannen nodig om een meerderheid te hebben en dus president te worden. Hierbij werkt men met een winner-takes-all-principe. Wie de meeste stemmen in een staat krijgt, wint meteen alle kiesmannen van die staat. Volgens Rear Clear Politics, die zijn cijfers baseert op het gemiddelde van allerlei afzonderlijke peilingen, strandt Obama reeds op een zucht van het presidentschap. Vandaag mag Obama reeds redelijk zeker tot heel zeker zijn van 264 kiesmannen. Het McCain-Palin ticket ligt zwaar achter en is nog maar zeker van 163 kiesmannen. Er zijn nog 111 kiesmannen uit de swing states voor het grijpen, maar het probleem is dat deze swing states de laatste twee weken bijna allemaal naar Obama zijn opgeschoven. Waardoor je een situatie krijgt dat wanneer er vandaag verkiezingen zouden zijn en de werkelijke cijfers overeenkomen met wat de peilingen voorspellen Obama 353 kiesmannen zou hebben, terwijl McCain amper 185 kiesmannen achter zijn naam zou krijgen. We moeten natuurlijk wel wat voorzichtig zijn met die cijfers. Het gaat tenslotte maar om peilingen en we weten van de afgelopen jaren, ook in onze nationale politiek, dat peilingen er wel eens heel wat naast kunnen zitten. Bovendien moet je ook rekening houden met het feit dat in die 353 kiesmannen van Obama ook een staat als North Carolina zit met 15 kiesmannen waar Obama amper 0,5 procent voorligt op McCain en dit terug snel naar McCain kan overgaan. Maar ook in dat geval doet dit natuurlijk niets af aan het feit dat Obama blijkbaar toch stevig in het zadel zit.
Het zal er voor hem nu op aan komen om die voorsprong nog een maand te behouden en een maand in een verkiezing is een heel lange periode. Als je ziet dat McCain op twee weken tijd de kaart kon hertekenen na de aanduiding van Sarah Palin en dat die situatie weer helemaal van de kaart kon geveegd worden op terug twee weken tijd door een economische crisis, dan is het duidelijk dat een bepaalde gebeurtenis, klein of groot, de kaarten de komende maand toch terug kan dooreenschudden. Lange tijd is er sprake van geweest dat president Bush in oktober 2008 met het bericht zou komen dat Osama Bin Laden dan toch gevonden was om zo de Republikeinse kandidaat een duwtje in de rug te geven. Er wordt daar nu niet meer over gesproken, maar John McCain kan zo’n gebeurtenis wel goed gebruiken. Want zoals de vroegere Britse eerste minister Harold McMillan antwoordde op de vraag wat politiek is: “Events, dear boy, events”.
Er waren eerst de nationale conventies. Die zorgden ervoor dat Obama terug de bovenhand kreeg, maar een echte kloof kon hij helemaal niet slaan. Een week later was het immers aan de Republikeinen om hun conventie te houden en die hadden twee meevallers. Er was het orkanenseizoen die ervoor zorgde dat Bush niet lijfelijk aanwezig kon zijn op de conventie en zo nog meer op de achtergrond kon geduwd worden. Maar de grote meevaller was toch de aanduiding van Sarah Palin als Republikeinse vice-president-kandidate. Vele Amerikanen waren in de wolken met de frisse verschijning en ze bracht zowaar energie in de McCain-campagne. Lokte eerdere verkiezingsbijeenkomsten vaak amper een paar duizend man, ineens kwamen een paar tienduizend mensen naar John en Sarah luisteren. En de campagne bouwde zo een stevig momentum op en zag die in de peilingen electoraal verzilverd worden. Niet alleen in de nationale polls ging McCain voorop, belangrijker was dat er meer staten en swing states kozen voor McCain. Kijken we bijvoorbeeld naar de stand van het aantal kiesmannen waarvan de kandidaten redelijk zeker konden zijn, dan leidde Obama nog net na de Democratische Conventie met 228 kiesmannen tegenover 185 voor McCain. Twee weken later zag de situatie er heel anders uit en was Obama maar zeker meer van 207 kiesmannen, terwijl McCain zeker was van 227 kiesmannen. McCain had dus duidelijk een inhaalbeweging ingezet.
Maar midden september sloeg de financiële crisis hard toe in Amerika en zorgde niet alleen op de financiële markten voor een aardverschuiving. Ook in de peilingen gebeurde een onwaarschijnlijke aardverschuiving. McCain verloor zijn momentum. Hij onderkende in het begin de financiële crisis, Sarah Palin stapelde de blunders op, hij onderbrak zijn campagne om stoorzender te gaan spelen in Washington en mensen wezen massaal de Republikeinen aan als schuldige van de crisis. Resultaat in de peilingen: massa’s staten veranderde het geweer van schouder en kiezen nu massaal voor Obama. In de nationale peilingen ligt Obama nu stevig aan de leiding. Alle peilingen geven hem een voorsprong van meestal rond de 5 procent, met een uitschieters van 9 procentpunten bij CBS en 7 procentpunten bij de dagelijkse Gallup Tracking.
Maar de nationale peilingen zijn eigenlijk niet van tel, omdat de president gekozen wordt via het aantal kiesmannen dat hij behaalt. Je hebt 270 kiesmannen nodig om een meerderheid te hebben en dus president te worden. Hierbij werkt men met een winner-takes-all-principe. Wie de meeste stemmen in een staat krijgt, wint meteen alle kiesmannen van die staat. Volgens Rear Clear Politics, die zijn cijfers baseert op het gemiddelde van allerlei afzonderlijke peilingen, strandt Obama reeds op een zucht van het presidentschap. Vandaag mag Obama reeds redelijk zeker tot heel zeker zijn van 264 kiesmannen. Het McCain-Palin ticket ligt zwaar achter en is nog maar zeker van 163 kiesmannen. Er zijn nog 111 kiesmannen uit de swing states voor het grijpen, maar het probleem is dat deze swing states de laatste twee weken bijna allemaal naar Obama zijn opgeschoven. Waardoor je een situatie krijgt dat wanneer er vandaag verkiezingen zouden zijn en de werkelijke cijfers overeenkomen met wat de peilingen voorspellen Obama 353 kiesmannen zou hebben, terwijl McCain amper 185 kiesmannen achter zijn naam zou krijgen. We moeten natuurlijk wel wat voorzichtig zijn met die cijfers. Het gaat tenslotte maar om peilingen en we weten van de afgelopen jaren, ook in onze nationale politiek, dat peilingen er wel eens heel wat naast kunnen zitten. Bovendien moet je ook rekening houden met het feit dat in die 353 kiesmannen van Obama ook een staat als North Carolina zit met 15 kiesmannen waar Obama amper 0,5 procent voorligt op McCain en dit terug snel naar McCain kan overgaan. Maar ook in dat geval doet dit natuurlijk niets af aan het feit dat Obama blijkbaar toch stevig in het zadel zit.
Het zal er voor hem nu op aan komen om die voorsprong nog een maand te behouden en een maand in een verkiezing is een heel lange periode. Als je ziet dat McCain op twee weken tijd de kaart kon hertekenen na de aanduiding van Sarah Palin en dat die situatie weer helemaal van de kaart kon geveegd worden op terug twee weken tijd door een economische crisis, dan is het duidelijk dat een bepaalde gebeurtenis, klein of groot, de kaarten de komende maand toch terug kan dooreenschudden. Lange tijd is er sprake van geweest dat president Bush in oktober 2008 met het bericht zou komen dat Osama Bin Laden dan toch gevonden was om zo de Republikeinse kandidaat een duwtje in de rug te geven. Er wordt daar nu niet meer over gesproken, maar John McCain kan zo’n gebeurtenis wel goed gebruiken. Want zoals de vroegere Britse eerste minister Harold McMillan antwoordde op de vraag wat politiek is: “Events, dear boy, events”.
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home