Athene 2006: De liedjes - deel 6
Monaco - Séverine Ferrer: La coco-dance
Monaco is het kleinste land dat ooit aan het Eurosongfestival heeft deelgenomen, maar heeft de wedstrijd wel al 1 keer gewonnen. Dat was in 1971 toen Séverine met Un banc, un arbre, une rue de meeste punten kreeg. Vanaf 1980 tot 2003 nam het land niet meer deel aan het Songfestival omdat het nieuwe reglement bepaalde dat het winnende land het jaar daarop het festival moest organiseren en dat was voor de Monegaskische televisie-omroep onmogelijk. Sinds 2004 is het land echter terug op het festival, maar met weinig succes. Zo eindigde vorig jaar Lize Darly met Tout de moi nog onderaan het klassement en moet het land wederom starten in de halve finale. Dit jaar heeft men gekozen voor Séverine Ferrer en de song La coco-dance, een nummer geschreven door J. Woodfeel en Iren Bo en gezongen in zowel Frans als Tahiti. Op papier klinkt het dus heel exotisch, in werkelijkheid is het net iets te belegen. Men heeft niet gekozen voor het uitbundig, vrolijke en exotische, maar men heeft de song echter een softe touche gegeven. Waarschijnlijk met de bedoeling om zo sensueel te klinken, maar zelf vond ik er maar weinig sensueels aan. Geef deze song aan Kiki Santander en hij maakt er een kanshebber op de overwinning van, maar nu lijkt het me een kanshebber voor de onderste regionen van het klassement. Het liedje mist de nodige energie om te overtuigen en na 2 minuten heb je al snel zoiets van “gaat het nu bijna gedaan zijn”. Let op, de live-performance, de podium act en de mooie verschijning van Séverine kunnen zeker nog enigszins de brokken lijmen, maar toch niet om door te stoten naar de finale. Daarvoor is het iets te braaf en te weinig uitbundig.
Nederland - Treble: Amambanda
Buurland Nederland is er reeds van in het begin bij en was in de beginperiode vrij succesvol met overwinningen in 1957 en 1959. Daarna taande het een beetje voor Nederland, maar wist het wel nogmaals twee maal te winnen, nl. in 1969 en 1975. Sinds Teach-In in 1975 heeft Nederland wel niet meer gewonnen, maar kon het vaak wel nog knappe resultaten neerzetten en haalde het regelmatig de top 10 in het eindklassement. Het nieuwe millenium bracht onze noorderburen echter tegenspoed en de laatste jaren haalde het maar flauwe resultaten. Zo ook vorig jaar toen Glennis Grace nochtans vooraf de hemel werd ingeprezen, maar ze in de halve finale met My impossible dream amper een 15e plaats behaalde. Bijgevolg moet de inzending van dit jaar, Treble, die we nog kennen van Ramaganana, het nu tegen ons eigenste landje opnemen in de halve finale. Dat doen ze met hun eigen geschreven nummer Amambanda, een combinatie van Engels en hun eigen verzonnen taaltje. En net als bij Ramaganana is het een vooral sfeervol nummer met heel wat exotische en Afrikaanse toetsen in. Het zal hierdoor zeker wel de aandacht weten te trekken, die combinatie van een zelf verzonnen taaltje met de djembe’s en conga’s. Bovendien gaat het nummer nooit vervelen en heeft het een aardig ritme waarop je moeilijk op kan blijven neerzitten. Toch is het wel niet zo sterk als Ramaganana en zelf heb ik het ook eerst een paar keer moeten beluisteren. Maar ik moet zeggen dat het nummer nog beter is bij een live-performance dan op single, wat alleen maar in hun voordeel gaat spelen. Of dit ook gaat betekenen dat ze kunnen doorstoten naar de finale? De voorbije weken zijn er al enkele heel sterke kandidaten gepasseerd die in de halve finale zijn terechtgekomen dat het een beetje een dubbeltje op zijn kant gaat worden. Maar het is origineel, goed, dansbaar, ... dat ik hun de voordeel van de twijfel gun.
Noorwegen - Christine Guldbrandsen: Alvedansen
Noorwegen is geen hoogvlieger geweest op het Songfestival leert ons de geschiedenis en het land behaalde samen met België en Finland reeds de meeste laatste plaatsen. Maar in tegenstelling tot ons land kon het land wel reeds twee maal het festival winnen. Dat gebeurde een eerste maal in 1985 met Bobbysocks en La det swinge en tien jaar later won Secret Garden compleet terecht met het ontzettend knappe Nocturne, wat wel voor controverse zorgde vermits de weinige tekst die de song had. En ook vorig jaar behaalde Noorwegen nog eens een knap resultaat met de originele inzending van Wig Wam. Zij zorgden ervoor dat ze met hun glamrock het land doorheen de halve finale loosde en in de finale uiteindelijk met In my dreams een negende plaats haalde. Bijgevolg mag Christine Guldbrandsen dit jaar starten in de finale. Dat zal ze doen met Alvedansen, een nummer dat ze samen maakte met K. Fluge en A. Halstensen en dat volledig in de eigen Noorse landstaal wordt gezongen. Hiermee speelt men in op het feit dat die eigen of zelf verzonnen talen er natuurlijk uitspringen tussen al dat Engels geweld. Maar deze song springt er ook gewoonweg uit omdat het een ontzettend knap en sfeervol nummer is. Het doet een beetje denken aan Secret Garden en Eimaer Quinn, wat inhoudt dat het geheel heel feeëriek is. Het nummer grijpt u bij uw nekvel en sleurt u mee naar hogere regionen en kan dit de volle drie minuten vasthouden. Een zeer sterke prestatie dus van een sterk nummer dat hopelijk ook heel hoog mag eindigen in de finale. Want van al de deelnemers van de finale is dit zeker een van de beste nummers en mag het voor mij meespelen voor de eindoverwinning.
Polen - Ich Troje: Follow my heart
Polen schreef reeds Eurosongfestivalgeschiedenis. Niet met overwinningen of slechte noteringen, maar met het beste debuut dat een land ooit maakte tijdens de muziekwedstrijd. Het land nam voor een eerste keer deel in 1994 en toen haalde Edyta Gorniak met To nie aj! meteen de tweede plaats. Nadien verging het het land heel wat minder, met een kleine opflakkering in 2003 toen Ich Troje een zevende plaats behaalde. Vorig jaar wisten Ivan & Delfin net niet het ticket voor de finale te behalen, waardoor Ich Troje drie jaar na hun knap resultaat terug de arena in mag. Ze moeten het dus ook al doen vanuit die halve finale waar ze onze Kate Ryan zullen ontmoeten. Ze doen dit met hun song Follow my heart, geschreven door Michal Wisniewski, Real McCoy, William Lennox en André Franke en net als drie jaar geleden werd het een combinatie van talen. Voor deze song is het een combinatie van Spaans, Pools en Engels geworden. Maar het is niet alleen een combinatie van talen geworden, het is ook een combinatie van stijlen geworden. De strofen zijn deels rap en deels Poolse operadrama, terwijl het refrein dan weer heel Eurosong klinkt. En het rare is dat het wel een vreemde mengkroes is geworden, maar dat het nooit leidt tot een chaos. Dit komt omdat men doorheen het ganse lied wel telkens dezelfde melodie behoudt. Wat wel opvalt doorheen het lied is de schorre, ruwe en eigenlijk ook wel lelijke stem van de leadsinger. Deze zorgt toch wel voor een kras op het geheel. Een geheel waar ik niet echt goed weet van wat er nu van te denken. Ik ben er niet echt zot van, maar het slecht vinden doe ik het toch ook niet. Als zich dat in de rest van Europa ook voordoet en zich doortrekt naar het eindresultaat, dan zal het een middenmoter worden en mag het geen concurrent worden van onze eigenste Kate Ryan.
Portugal - Nonstop: Coisas de nada (“Gonna make you dance”)
En ook Portugal staat bovenaan een statistiek in het Eurosongboek, want het land is er nog nooit in geslaagd om sinds zijn deelname in 1964 de top 5 te behalen. Misschien moet het feit hiervoor gezocht worden in de steeds lokaal getinte liedjes en bijgevolg de heersende fado die Europa maar niet lijkt te smaken. Ook wedstrijden als Operacion Triunfo hebben voor geen ommezwaai kunnen zorgen en ook vorig jaar wist 2B met Amar niet door te stoten naar de finale. Gelukkig kan het land wel steeds rekenen op de steun van buurland Spanje die Portugal al wel eens met hoge punten durft te belonen en zo vermijdt dat het land naast België, Noorwegen en Finland in dat andere memorabele statistische lijstje komt te staan. Dit jaar probeert het land het met de meidengroep Nonstop, de winnaars van de eerste Portugese Popstars, en dat met het nummer Coisas de nada, geschreven en gecomponeerd door José M. Afonso en Elvis Veiguinha. En meteen vanaf de eerste noot hoor je dat de Abba-manie ook in Portugal terug is toegeslaan. Het nummer lijkt wel een Portugese rip-off van Waterloo en andere Zweedse popmelodieën die zo typisch zijn voor het Songfestival. Deze dingen wisten in het verleden altijd wel te scoren op het Songfestival en het is misschien dan ook niet zo verwonderlijk dat Portugal het dus ook eens op deze manier probeert. Alleen ben ik helemaal niet overtuigd van dit nummer. Men heeft er te weinig originele, hedendaagse, extra elementen aan toegevoegd. Het nummer klinkt hierdoor een beetje teveel op een flauwe B-kant van Waterloo in de jaren ‘70 dan een leading track van een Zweedse popplaat van de jaren 2000. Bovendien hebben de meiden ook niet de swing en de uitstraling van Estland die ook al een Abba-basis hebben gebruikt. Hierdoor vrees ik dat het wel eens een maat voor niets zou kunnen zijn en dat Portugal verder zal moeten zoeken naar een succesformule dat hun eens een top 5 gaat bezorgen.
Uit dit rijtje van 5 onthou ik dus vooral Noorwegen, die voor mij toch zeker voor een top 10-notering, zelfs top 5, mag gaan. Het zal een beetje moeten concurreren met Bosnië-Herzegovina, maar die moeten eerst nog de halve finale weten te doorspartelen (wat normaal geen probleem mag zijn). Maar voor de rest is het allemaal up-tempo of emoballades, zodat er voor de rest weinig concurrentie is. Voor de halve finale kan Nederland voor mij de beste kaarten voorleggen uit deze 5 landen. En toch vrees ik dat het nog een dubbeltje op zijn kant zal worden en het ook nooit voor de eindoverwinning zal meespelen. Iets wat Kate Ryan misschien wel kan doen.
Voor meer info, audio en video verwijs ik graag naar www.eurovision.tv en www.eurosong.be.
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home