Op zoek naar een nieuwe president - Obama's verkeerde vrienden
Barack Obama heeft een hoog Teflon-gehalte. Zowel Hillary Clinton als John McCain, intussen twee 'objectieve bondgenoten', gooien vet en vuiligheden naar Obama maar niets blijft kleven. Toch heeft Obama reden om zich zorgen te maken.
Hij komt steeds in het nieuws door banden met mensen uit zijn 'linkse verleden' en het gevolg is dat zijn geloofwaardigheid in small-town America wordt ondergraven. De schade in de strijd om de nominatie met Clinton blijft wellicht beperkt, maar in de presidentsverkiezingen tegen McCain loopt hij groot risico.
In het recente incident rond 'Bittergate' ging het niet zozeer om zijn opmerkingen over 'bittere burgers op het Amerikaanse platteland' maar om het gezelschap waarin hij dat zei. Obama was in een besloten bijeenkomst met rijke linkse vrienden in San Francisco. Elke aanwezige gaf 2.300 dollar aan Obama's campagne. Hij sprak er losjes, ontspannen en onzorgvuldig en zei dat veel mensen in small-town America verbitterd zijn over de economische neergang en zich daarom vastklampen aan religie en wapen. In die vriendenkring zat een zekere Mayhill Fowler die donateur is maar ook een zogenoemde citizen-journalist. Dat is een burger met gsm die een nieuwsfeit registreert en opstuurt naar een nieuwsmedium. In haar geval was dat de webstek Huffington Post dat in handen is van Arianna Huffington, een Italiaanse in New York. Ook zij steunt Obama. Fowler zette de uitspraak op de Huffington Post. Arianna Huffington zag het niet op voorhand omdat ze in de Stille Zuidzee ronddobberde op de jacht van filmmagnaat David Geffen, ook een Obama-supporter. Fowler dacht Obama geweldig te helpen. Maar ze hielp hem van de wal in de sloot.
Bitterheid? Het klopt zelfs. Banen- en inkomenverlies maken kiezers boos. Maar wat stoorde was het gezelschap waarin Obama dat zei. Burgers in het Amerikaanse hartland zien San Francisco (homo-hoofdstad), Hollywood (cocaine snuivende acteurs) en New York (linkse media) als elites die op hen neerkijken. Ze vinden die elites rijk, arrogant en wereldvreemd. Er is in Amerika een groot sociaal-cultureel contrast tussen metropool en platteland; tussen metropolis en small-town America. En inderdaad, elites in die drie steden vinden Amerikaanse plattelanders boerenpummels in SUV's. Dat maakt die mensen natuurlijk wrokkig tegen grootstedelijke elites.
De Republikeinen mobiliseren dit sentiment om het hele zuiden en het hartland voor zich te winnen. Zij zullen McCain afschilderen als oorlogsheld en 'vriend van de gewone man', hoewel hij al 25 jaar in het Congres zit en is getrouwd met een multi-miljoenair. Clinton volgt dezelfde koers, al is zij als politieke multi-miljonair verweven met de Amerikaanse elite. Obama, opgevoed door een arme moeder met voedselbonnen, zit nu opgezadeld met het etiket 'elitist'. Hij moet dus erg oppassen met al die nieuwe 'rijke vrienden' die massaal toestromen.
Dat imago wordt nog versterkt door het optreden van dominee Jeremiah Wright met zijn donderpreken tegen Amerika: God damn America! Deze beelden recycleren voortdurend op de beeldbuis en worden verbonden met Obama die twintig jaar tot de kerkgemeente van Wright behoorde. Hij heeft afstand genomen van Wright's woorden. Maar zijn opponenten, Clinton en McCain, vragen hem waarom hij twintig jaar in die kerkbanken bleef zitten. 'Je kunt familieleden niet kiezen maar wel jouw dominee', aldus Clinton. Hiermee wordt het beoordelingsvermogen van Obama aangetast.
Een derde zaak is Obama's contact met Bill Ayers die eind jaren zestig toetrad tot de Weather Undergrond, een kleine linkse terreurgroep die in 1970 een bomaanslag pleegde in New York. Daarbij kwamen drie mensen om. Ayers predikte terreur in Amerika om een einde maken aan de Vietnam-oorlog. Hij leefde met zijn vrouw Bernadine Dohrn ondergedoken tot 1981 toen de 'harde kern' van de Weather Underground het duo uit de groep zette. De harde kern werd later opgepakt en ging de gevangenis in. Ayers werd professor in Chicago waar hij Obama leerde kennen. Hij steunde in 2004 diens campagne om senator te worden. Samen zitten ze in het bestuur van een sociale werkgroep, de Woods Fund of Chicago. Obama's campagnestaf noemt de verhouding tussen beide 'vriendelijk'.
Die kwalificatie kwam erg slecht uit toen journalisten gingen graven in het verleden van Ayers. Hij heeft een boek geschreven over zijn terreurleven: Futigive Days, a Memoir . In de New York Times zei hij: 'Ik heb geen spijt van de terreuraanslagen, we hebben niet genoeg gedaan'. Dit interview werd bij toeval gepubliceerd op 11 september 2001.
Hillary Clinton kan Obama moeilijk aanvallen op Ayers omdat Bill Clinton aan het eind van zijn presidentschap de gevangen 'harde kern' van de Weather Underground amnestie heeft verleend. Maar de Republikeinen gaan al die vrienden verwerken in hun televisieadvertenties met drie beelden: Obama is elitair, niet patriotistisch en een gevaar voor de nationale veiligheid. Obama's vrienden leveren zijn vijanden Gefundenes Fressen.
Derk Jan Eppink
Bron: Knack
Hij komt steeds in het nieuws door banden met mensen uit zijn 'linkse verleden' en het gevolg is dat zijn geloofwaardigheid in small-town America wordt ondergraven. De schade in de strijd om de nominatie met Clinton blijft wellicht beperkt, maar in de presidentsverkiezingen tegen McCain loopt hij groot risico.
In het recente incident rond 'Bittergate' ging het niet zozeer om zijn opmerkingen over 'bittere burgers op het Amerikaanse platteland' maar om het gezelschap waarin hij dat zei. Obama was in een besloten bijeenkomst met rijke linkse vrienden in San Francisco. Elke aanwezige gaf 2.300 dollar aan Obama's campagne. Hij sprak er losjes, ontspannen en onzorgvuldig en zei dat veel mensen in small-town America verbitterd zijn over de economische neergang en zich daarom vastklampen aan religie en wapen. In die vriendenkring zat een zekere Mayhill Fowler die donateur is maar ook een zogenoemde citizen-journalist. Dat is een burger met gsm die een nieuwsfeit registreert en opstuurt naar een nieuwsmedium. In haar geval was dat de webstek Huffington Post dat in handen is van Arianna Huffington, een Italiaanse in New York. Ook zij steunt Obama. Fowler zette de uitspraak op de Huffington Post. Arianna Huffington zag het niet op voorhand omdat ze in de Stille Zuidzee ronddobberde op de jacht van filmmagnaat David Geffen, ook een Obama-supporter. Fowler dacht Obama geweldig te helpen. Maar ze hielp hem van de wal in de sloot.
Bitterheid? Het klopt zelfs. Banen- en inkomenverlies maken kiezers boos. Maar wat stoorde was het gezelschap waarin Obama dat zei. Burgers in het Amerikaanse hartland zien San Francisco (homo-hoofdstad), Hollywood (cocaine snuivende acteurs) en New York (linkse media) als elites die op hen neerkijken. Ze vinden die elites rijk, arrogant en wereldvreemd. Er is in Amerika een groot sociaal-cultureel contrast tussen metropool en platteland; tussen metropolis en small-town America. En inderdaad, elites in die drie steden vinden Amerikaanse plattelanders boerenpummels in SUV's. Dat maakt die mensen natuurlijk wrokkig tegen grootstedelijke elites.
De Republikeinen mobiliseren dit sentiment om het hele zuiden en het hartland voor zich te winnen. Zij zullen McCain afschilderen als oorlogsheld en 'vriend van de gewone man', hoewel hij al 25 jaar in het Congres zit en is getrouwd met een multi-miljoenair. Clinton volgt dezelfde koers, al is zij als politieke multi-miljonair verweven met de Amerikaanse elite. Obama, opgevoed door een arme moeder met voedselbonnen, zit nu opgezadeld met het etiket 'elitist'. Hij moet dus erg oppassen met al die nieuwe 'rijke vrienden' die massaal toestromen.
Dat imago wordt nog versterkt door het optreden van dominee Jeremiah Wright met zijn donderpreken tegen Amerika: God damn America! Deze beelden recycleren voortdurend op de beeldbuis en worden verbonden met Obama die twintig jaar tot de kerkgemeente van Wright behoorde. Hij heeft afstand genomen van Wright's woorden. Maar zijn opponenten, Clinton en McCain, vragen hem waarom hij twintig jaar in die kerkbanken bleef zitten. 'Je kunt familieleden niet kiezen maar wel jouw dominee', aldus Clinton. Hiermee wordt het beoordelingsvermogen van Obama aangetast.
Een derde zaak is Obama's contact met Bill Ayers die eind jaren zestig toetrad tot de Weather Undergrond, een kleine linkse terreurgroep die in 1970 een bomaanslag pleegde in New York. Daarbij kwamen drie mensen om. Ayers predikte terreur in Amerika om een einde maken aan de Vietnam-oorlog. Hij leefde met zijn vrouw Bernadine Dohrn ondergedoken tot 1981 toen de 'harde kern' van de Weather Underground het duo uit de groep zette. De harde kern werd later opgepakt en ging de gevangenis in. Ayers werd professor in Chicago waar hij Obama leerde kennen. Hij steunde in 2004 diens campagne om senator te worden. Samen zitten ze in het bestuur van een sociale werkgroep, de Woods Fund of Chicago. Obama's campagnestaf noemt de verhouding tussen beide 'vriendelijk'.
Die kwalificatie kwam erg slecht uit toen journalisten gingen graven in het verleden van Ayers. Hij heeft een boek geschreven over zijn terreurleven: Futigive Days, a Memoir . In de New York Times zei hij: 'Ik heb geen spijt van de terreuraanslagen, we hebben niet genoeg gedaan'. Dit interview werd bij toeval gepubliceerd op 11 september 2001.
Hillary Clinton kan Obama moeilijk aanvallen op Ayers omdat Bill Clinton aan het eind van zijn presidentschap de gevangen 'harde kern' van de Weather Underground amnestie heeft verleend. Maar de Republikeinen gaan al die vrienden verwerken in hun televisieadvertenties met drie beelden: Obama is elitair, niet patriotistisch en een gevaar voor de nationale veiligheid. Obama's vrienden leveren zijn vijanden Gefundenes Fressen.
Derk Jan Eppink
Bron: Knack
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home