Work troubles
De laatste weken was het hier heel kalm op deze blog. Andere dingen vragen mijn aandacht op en ik zit over een aantal zaken te tobben. Een van die dingen is over mijn huidig werk. Deze zomer had ik al twijfels over de richting die ik uit wou gaan. Deze zijn ondertussen nog niet opgelost. Integendeel zelfs, ik vraag me af of ik wel wil meevaren op de koers die het boekhoudkantoor waar ik nu werk vaart.
Die koers is de afgelopen twee jaar al heel grillig verlopen. En de toekomst lijkt er geen verbetering in te brengen. Het kantoor heeft namelijk terug een kantoor overgenomen. Het derde in twee jaar tijd, al is er eentje eigenlijk een samensmelting geweest van het onze met een ander met zaakvoerder en al. Goed voor de bazen natuurlijk die zo hun klantenaantal zien groeien en bijgevolg ook de omzet en winst, maar voor ons werknemers is de situatie voor het ogenblik heel onduidelijk. We moeten niet vrezen voor onze job, maar wel voor de jobinhoud en de jobomgeving. Er moet namelijk een heel nieuw organisatiesysteem worden uitgedokterd, maar voorlopig blijven we in het ongewisse hoe dat systeem er gaat uitzien. En ik krijg het er daar serieus van op mijn zenuwen. Want ik wil werken in een standvastige omgeving en ik heb zo mijn steunpunten nodig. Ik weet graag waar ik aan toe ben en waar ik mij kan aan vasthouden. Alleen heb ik daar de afgelopen maanden maar weinig meer van gemerkt.
Bovendien had ik voor mijzelf uitgemaakt dat ik liever in een kleine omgeving wil werken in plaats van een grote omgeving. Alleen neemt het personeelsbestand telkens maar weer toe en worden we eigenlijk een middelgroot kantoor in plaats van een klein kantoor. Nu er dus terug een kantoor is overgenomen is, zijn er weer drie nieuwe collega’s bij. We zien die nu nog niet omdat ze op hun oude locatie blijven, maar het zou toch de bedoeling zijn om die op termijn naar Aalst over te brengen. Daarenboven is men voor de vestiging in Aalst op zoek naar een bijkomende werkkracht. Goed voor de tewerkstelling, maar je moet terug rekening houden met een nieuw iemand en met zijn manier van werken. Hoe groter de groep wordt, hoe minder je op elkaar ingespeeld geraakt. En dat wekt echt wel frustraties op. Die zijn er vandaag al. Iedereen heeft zijn eigen methode van werken en dat is goed, maar de grote lijnen over de dossiers heen moeten natuurlijk dezelfde zijn. Alleen is dat niet meer het geval, waardoor je soms in bepaalde dossiers gewoon de bomen door het bos niet meer ziet. Knap lastig als je dan dat dossier moet werken en de dossierbeheerder is er juist niet.
Een ander gevolg van een grotere groep collega’s is natuurlijk dat de kans groter wordt dat je het niet kan vinden met een collega of erger dat andere collega’s het niet met elkaar kunnen vinden. Natuurlijk is het logisch waar een groep mensen samenkomt, dat er na verloop van tijd eens spanningen ontstaan of dat men zich soms begint te ergeren aan bepaalde kantjes van andere personen. Zo erger ik mij de laatste tijd echt dood aan een collega van mij. De jongen vertoont een groot haantjesgedrag. Bijgevolg moet hij te pas en te onpas op de proppen te komen en heeft hij de drang om continu te laten merken dat hij er is. Bovendien wilt hij graag dat iedereen hem graag mag en hij is daarvoor niet beroerd om puur meelopersgedrag te vertonen. Verkondigt iemand er een mening, dan haalt hij tijdens de lunchpauze graag die mening nog eens boven en doet hij alsof het ook zijn mening is en dan kan hij vol verlangen kijken naar de andere persoon om herkenning te krijgen. Tenslotte kampt de jongen ook nog eens met een groot ego. Een ego dat laatst gestreeld werd toen hij er achter kwam dat hij de enige is die echt geïnteresseerd is om binnen enkele jaren ook vennoot te worden in het kantoor en dus de baas kan spelen. Gelukkig werd dat vooruitzicht niet alleen bij mij op een diepe zucht onthaald.
Ik weet niet hoe het komt, misschien doordat het stilaan kalmer wordt op het kantoor qua deadlines en werk, dat ik meer tijd en ruimte hebt om die frustraties en onzekerheden naar boven te laten komen. En alles lijkt een beetje bij elkaar te komen. Daardoor heb ik soms echt genoeg van het kantoor. Soms wil ik eens met de vuist op de tafel slaan om eens wat meer duidelijkheid en structuur te krijgen. Soms vraag ik me ook af hoe het op andere kantoren aan toe zou gaan en droom ik om mezelf in een nieuw kantoor te zien werken. Maar aan de andere kant is het misschien maar iets van voorbijgaande aard. Nu is alles een beetje onduidelijk, ik erger er mij aan, ik begin mij aan anderen te ergeren, … maar binnen een paar weken is de hemel misschien opgeklaard. Daarom ook dat ik nog niet echt op zoek ben naar ander werk. Ik kan het alleen niet laten om over de zaken te tobben en na te denken over de mogelijke scenario’s die er zich kunnen voordoen. Een ding weet ik ondertussen al zeker. Als de evolutie zich zo verder zet, zal het niet lang duren of ik ga echt op zoek naar ander werk.
Die koers is de afgelopen twee jaar al heel grillig verlopen. En de toekomst lijkt er geen verbetering in te brengen. Het kantoor heeft namelijk terug een kantoor overgenomen. Het derde in twee jaar tijd, al is er eentje eigenlijk een samensmelting geweest van het onze met een ander met zaakvoerder en al. Goed voor de bazen natuurlijk die zo hun klantenaantal zien groeien en bijgevolg ook de omzet en winst, maar voor ons werknemers is de situatie voor het ogenblik heel onduidelijk. We moeten niet vrezen voor onze job, maar wel voor de jobinhoud en de jobomgeving. Er moet namelijk een heel nieuw organisatiesysteem worden uitgedokterd, maar voorlopig blijven we in het ongewisse hoe dat systeem er gaat uitzien. En ik krijg het er daar serieus van op mijn zenuwen. Want ik wil werken in een standvastige omgeving en ik heb zo mijn steunpunten nodig. Ik weet graag waar ik aan toe ben en waar ik mij kan aan vasthouden. Alleen heb ik daar de afgelopen maanden maar weinig meer van gemerkt.
Bovendien had ik voor mijzelf uitgemaakt dat ik liever in een kleine omgeving wil werken in plaats van een grote omgeving. Alleen neemt het personeelsbestand telkens maar weer toe en worden we eigenlijk een middelgroot kantoor in plaats van een klein kantoor. Nu er dus terug een kantoor is overgenomen is, zijn er weer drie nieuwe collega’s bij. We zien die nu nog niet omdat ze op hun oude locatie blijven, maar het zou toch de bedoeling zijn om die op termijn naar Aalst over te brengen. Daarenboven is men voor de vestiging in Aalst op zoek naar een bijkomende werkkracht. Goed voor de tewerkstelling, maar je moet terug rekening houden met een nieuw iemand en met zijn manier van werken. Hoe groter de groep wordt, hoe minder je op elkaar ingespeeld geraakt. En dat wekt echt wel frustraties op. Die zijn er vandaag al. Iedereen heeft zijn eigen methode van werken en dat is goed, maar de grote lijnen over de dossiers heen moeten natuurlijk dezelfde zijn. Alleen is dat niet meer het geval, waardoor je soms in bepaalde dossiers gewoon de bomen door het bos niet meer ziet. Knap lastig als je dan dat dossier moet werken en de dossierbeheerder is er juist niet.
Een ander gevolg van een grotere groep collega’s is natuurlijk dat de kans groter wordt dat je het niet kan vinden met een collega of erger dat andere collega’s het niet met elkaar kunnen vinden. Natuurlijk is het logisch waar een groep mensen samenkomt, dat er na verloop van tijd eens spanningen ontstaan of dat men zich soms begint te ergeren aan bepaalde kantjes van andere personen. Zo erger ik mij de laatste tijd echt dood aan een collega van mij. De jongen vertoont een groot haantjesgedrag. Bijgevolg moet hij te pas en te onpas op de proppen te komen en heeft hij de drang om continu te laten merken dat hij er is. Bovendien wilt hij graag dat iedereen hem graag mag en hij is daarvoor niet beroerd om puur meelopersgedrag te vertonen. Verkondigt iemand er een mening, dan haalt hij tijdens de lunchpauze graag die mening nog eens boven en doet hij alsof het ook zijn mening is en dan kan hij vol verlangen kijken naar de andere persoon om herkenning te krijgen. Tenslotte kampt de jongen ook nog eens met een groot ego. Een ego dat laatst gestreeld werd toen hij er achter kwam dat hij de enige is die echt geïnteresseerd is om binnen enkele jaren ook vennoot te worden in het kantoor en dus de baas kan spelen. Gelukkig werd dat vooruitzicht niet alleen bij mij op een diepe zucht onthaald.
Ik weet niet hoe het komt, misschien doordat het stilaan kalmer wordt op het kantoor qua deadlines en werk, dat ik meer tijd en ruimte hebt om die frustraties en onzekerheden naar boven te laten komen. En alles lijkt een beetje bij elkaar te komen. Daardoor heb ik soms echt genoeg van het kantoor. Soms wil ik eens met de vuist op de tafel slaan om eens wat meer duidelijkheid en structuur te krijgen. Soms vraag ik me ook af hoe het op andere kantoren aan toe zou gaan en droom ik om mezelf in een nieuw kantoor te zien werken. Maar aan de andere kant is het misschien maar iets van voorbijgaande aard. Nu is alles een beetje onduidelijk, ik erger er mij aan, ik begin mij aan anderen te ergeren, … maar binnen een paar weken is de hemel misschien opgeklaard. Daarom ook dat ik nog niet echt op zoek ben naar ander werk. Ik kan het alleen niet laten om over de zaken te tobben en na te denken over de mogelijke scenario’s die er zich kunnen voordoen. Een ding weet ik ondertussen al zeker. Als de evolutie zich zo verder zet, zal het niet lang duren of ik ga echt op zoek naar ander werk.
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home